De Wet Natuurbescherming beschermt de Nederlandse biodiversiteit. Activiteiten, waaronder ruimtelijke ontwikkelingen, kunnen schadelijk zijn voor natuurgebieden, planten- en diersoorten in Nederland en gaan daarom gepaard met wetgeving. Inzicht in welke activiteiten wel of niet mogen kan een hoop problemen in het proces van projectontwikkeling voorkomen. Omdat we u bij IDDS willen helpen met doelgerichte oplossingen bij locatie- of gebiedsontwikkeling, hebben we de procesflyer Wet natuurbescherming ontwikkeld. De Procesflyer Wet natuurbescherming voorziet u van een overzichtelijk beeld van het gehele traject dat u bij een ontwikkeling doorloopt met betrekking tot de Wet Natuurbescherming.
IDDS-ecoloog Sietse Kamer helpt u met dit blog door de flyer heen. In drie delen lichten we de volledige flyer toe. In deel 1 bespraken we de rol van de quickscan als startpunt van het ecologische traject. Nu gaan we verder met het onderwerp stikstof.
Stikstofberekening, voortoets en passende beoordeling
Uit de quickscan blijkt onder andere of een AERIUS-berekening (stikstofberekening) nodig is bij uw project. Als het plangebied in of dicht bij een beschermd natuurgebied (bijvoorbeeld Natura 2000) ligt, zal een stikstofberekening nodig zijn. Wanneer stikstofdepositie optreedt is mogelijk een voortoets en/of passende beoordeling nodig. Intern/extern salderen behoort ook tot de opties. Natura 2000-gebieden hebben bepaalde beschermingsdoelen. Dit kunnen soorten of habitattypen zijn. Tijdens een voortoets of passende beoordeling kijken we of het planvoornemen een negatieve invloed kan hebben op de doelen van het natuurgebied.

Aanvraag vergunning bij Omgevingsdienst
Wanneer blijkt dat het planvoornemen een negatieve invloed op de doelen van het Natura 2000-gebied heeft, zal bij de Omgevingsdienst een ontheffing van de Wet natuurbescherming aangevraagd moeten worden. Dit gebeurd door middel van een activiteitenplan. In het activiteitenplan we de planning van de werkzaamheden uiteen. Vervolgens wordt beschreven welke activiteiten plaats zullen vinden, waarom het plan nodig is, welke alternatieven er mogelijk voor handen waren en waarom hier niet voor is gekozen.
Daarnaast beargumenteren we welke negatieve invloeden er op kunnen treden, welke stappen we ondernemen om de negatieve invloed op het gebied zoveel mogelijk te beperken en welke stappen we ondernemen om eventuele schade of verstoorde habitat tijdens de werkzaamheden te compenseren en mitigeren. Het opstellen van de ontheffingsaanvraag duurt ongeveer een maand. Vervolgens duurt het minimaal 20 weken voordat de omgevingsdiensten de aanvraag in behandeling kunnen nemen, waarna het doorgaans nog enkele weken duurt voordat de behandeling afgehandeld is.

Compensatiemaatregelen bij toekennen vergunning
Bij het verlenen van de vergunning stelt Omgevingsdienst vaak voorwaarden. Deze voorwaarden zijn meestal compensatiemaatregelen. U moet verstoring of verwijdering van oppervlakte habitat elders compenseren of terugbrengen. Ook vraagt Omgevingsdienst vaak om een ecologisch werkprotocol. Dit protocol beschrijft precies welke werkzaamheden er in welke stappen plaatsvinden. Denk hierbij aan zaken als; welke partijen er allemaal bij het project betrokken zijn, welke stappen genomen worden om beschadiging of vernieling van soorten of habitat te voorkomen en wanneer er ecologische begeleiding moet worden ingeschakeld.

In het derde en laatste deel van dit blog leest u alles over de rol van beschermde plant- en diersoorten bij locatie- of gebiedsontwikkelingen. We gaan dan verder in op nader onderzoek naar soortbescherming, de ontheffingsaanvraag en seizoen afhankelijke alternatieven. Hou de sociale kanalen en website van IDDS dus goed in de gaten.
Mocht u eerder al meer informatie willen over onze ecologische dienstverlening of de Wet Natuurbescherming? Neem contact op met Sietse Kamer via 06 8238 7263 of skamer@idds.nl. We helpen u graag verder!


