Begin september maakte de gemeente Noordwijk bekend dat het idee was opgevat om van een stukje antitankmuur uit de Tweede Wereldoorlog een monument te maken. De muur was onderdeel van de beruchte Atlantikwall, de verdedigingslinie die door de Duitsers langs de Noordzeekust werd gebouwd. De linie liep van Noord-Noorwegen tot aan de Spaanse grens, was ruim 5000 kilometer lang en bestond uit prikkeldraadversperringen, bunkers, mijnenvelden en andere hindernissen. Na de oorlog werd de muur in stukken gebroken en onder de Koningin Wilhelminaboulevard verstopt. Wat vaak vergeten lijkt, is dat de Duitse bezetter ook landinwaarts aan de Altantikwall bouwde. Dit deel werd het landfront genoemd. IDDS deed op één van die landinwaartse locaties, Offem-Zuid in Noordwijk, opsporingsonderzoek naar explosieven.
Wiederstandsnest 235
Noordwijk viel tijdens de bezettingstijd onder de Stutzpunktgruppe Katwijk, met daarbinnen de dorpen Katwijk, Noordwijk en Valkenburg, inclusief het vliegveld. Op locatie Offem-Zuid lag Wiederstandsnest 235 (WN235). Dit was een Duits verdedigingswerk bestaande uit loopgraven, prikkeldraadversperring, mitrailleursnesten en geschutopstellingen. Deze gegevens kwamen in 2013 naar voren toen IDDS een historisch vooronderzoek voor het plangebied had uitgevoerd. Samen met WN234, WN239 en WN244 maakte WN235 deel uit van het landfront van de Stutzpunktgruppe. Deze Wiederstandsnester bestonden voornamelijk uit gevorderde boerderijen die werden versterkt met zandwallen. Ook prikkeldraadversperringen, mitrailleurnesten en schuttersputten ontbraken niet bij de verdediging. Daarnaast bestond het landfront uit natuurlijke hindernissen, zoals bestaande kanalen. De Maandagsche Wetering was een van die natuurlijke hindernissen. De bruggen in de nabijheid werden opgeblazen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakten geallieerde vliegtuigen duizenden vluchten over Nederland. Hierbij maakten de vliegers vele luchtfoto’s. De informatie uit honderden luchtfoto’s werden geïnterpreteerd en overgetekend op overlegvellen. Die overlegvellen legden de geallieerden over de stafkaart van het betreffende gebied. Op basis van de schetskaarten werden zo kaarten gedrukt waarop de bekende locaties van de Duitse verdedigingswerken in een gebied waren weergegeven. Deze noemde men ook wel de Defence Overprints. Op één van de Defence Overprints van Nederland is WN235 in Noordwijk duidelijk te zien.

Oppervlaktedetectie
Uit het historisch vooronderzoek kwam naar voren dat een deel van het plangebied Offem- Zuid verdacht was op het aantreffen van explosieven. Om de werkzaamheden op de projectlocatie veilig uit te voeren, is het wettelijk verplicht om de ondergrond vrij te geven van conventionele explosieven (CE). Daarom schakelde de opdrachtgever IDDS in voor opsporing van explosieven. Vanwege de ligging van WN235 binnen het onderzoeksgebied werd gezocht naar munitie vanaf 2cm; hand-geweer granaten en geschutmunitie. Deze explosieven konden namelijk door de Duitse troepen gedumpt of achtergelaten zijn. De geplande werkzaamheden binnen het onderzoeksgebied omvatten grondroeringen tot 2 meter onder maaiveld. Vanwege die vaststelling koos IDDS voor non-realtime oppervlaktedetectie. Hierbij kan tot maximaal 4 meter vanaf maaiveld de bodem in worden gemeten. Non-realtime houdt in dat IDDS de meetresultaten opslaat en op een later moment door de Senior OCE-deskundige laat beoordelen en analyseren.
Voorafgaand aan de daadwerkelijke uitvoering is een projectplan opgesteld om onder meer het opsporingsproces te beschrijven. Na goedkeuring door de opdrachtgever en de gemeente Noordwijk als bevoegd gezag, kon een begin worden gemaakt met de opsporing. IDDS beschikt over diverse middelen om snel en efficiënt te werken. Zo kunnen de meetsondes bevestigd worden aan een handkar om grote stroken in te meten. Ook bestaat de mogelijkheid de meetapparatuur achter een quad of een boot te hangen. Door de sondes achter een quad te plaatsen, kan het onderzoeksgebied in relatief korte tijd op een efficiënte manier ingemeten worden. Een boot is daarentegen weer handig om te gebruiken voor sloten, kanalen en plassen. Voor Offem-Zuid werd, zoals zichtbaar op onderstaande afbeelding, gekozen voor een quad aangezien het onderzoeksgebied alleen landbodem betrof.

Resultaat
Na het inmeten van het gebied zijn de resultaten geanalyseerd door de Senior OCE-deskundige. Bij interpretatie zijn diverse significante objecten vastgesteld. Een OCE-team van IDDS benaderde deze objecten met behulp van een beveiligde kraan om het gebied volledig vrij te kunnen geven. Tijdens de benadering trof IDDS geen munitie aan. Wel werden er aanwijzingen gevonden die wijzen op WN235 zoals een stuk gedumpt prikkeldraad gevonden. Ook waren in de bodem sporen zichtbaar van vermoedelijk een loopgraaf die onderdeel uitmaakte van WN235. Door het gehele traject vanaf het historisch vooronderzoek tot en met detectie- en benaderwerkzaamheden te doorlopen, is het risico op het aantreffen van CE weggenomen. Er kan veilig en zonder vertraging worden aangevangen met de ontwikkeling van het gebied.



