Binnen het Nationaal programma berging vliegtuigwrakken worden inmiddels de eerste vliegtuigwrakken geborgen. Ook IDDS heeft in het verleden geholpen bij het bergen van vliegtuigen. Zo is in samenwerking met defensie, het Havenbedrijf Amsterdam en de gemeente Amsterdam in 2019 een Haviland Mosquito in het havengebied van Amsterdam geborgen. Afgelopen jaar deed IDDS tijdens opsporingswerkzaamheden in Hellevoetsluis ook een bijzondere vliegtuigvondst.
Onderzoek naar ontplofbare oorlogsresten in Hellevoetsluis
Binnen het onderzoeksgebied in Hellevoetsluis hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog diverse oorlogshandelingen plaatsgevonden. Zo voerden de geallieerde luchtaanvallen en bombardementen uit op de haven en schepen in deze haven. Deze informatie kwam naar voren uit een historisch vooronderzoek. Naast een historisch vooronderzoek heeft IDDS een risicoanalyse opgesteld. Uit een origineel vluchtrapport bleek dat op 14 januari 1945 zeven geallieerde Spitfires het onderzoeksgebied hebben bestookt met 250 en 500 lb. vliegtuigbommen. Ook andere historische bronnen gaven voldoende aanwijzingen om het onderzoeksgebied als verdacht gebied aan te wijzen en om verder te gaan met het opsporingsonderzoek naar ontplofbare oorlogsresten.
De vliegtuigbommen konden volgens het onderzoek worden aangetroffen tot een diepte van 14 meter onder maaiveld. Vandaar koos IDDS voor dieptedetectie. Echter ontstond er hier een probleem. Bij dieptedetectie zorgt de massa van de massa van de installatie namelijk voor verstoring van de meetapparatuur op de eerste vier meter. Daarom moesten die eerste meters eerst worden vrijgegeven door oppervlaktedetectie. De oppervlaktedetectie voerden we uit met een multisonde systeem. De resultaten zijn beoordeeld en hebben geresulteerd in het benaderen van een aantal significante uitslagen. Een gedeelte van het onderzoeksgebied was dermate verstoord dat een goede detectie niet mogelijk was, dit gedeelte is onderzocht middels gecontroleerde laagsgewijze ontgraving. Tijdens deze ontgraving troffen we in totaal vier brisantgranaten met een kaliber van 220 mm uit 1880 (Frans), één granaat 2 cm BG (Duits) en één huls van een 2 cm granaat aan.

Nadat IDDS eerste 4 meter vrijgaf van explosieven, detecteerden we in de maanden februari tot en met april 2020 tot een diepte van 14 meter onder maaiveld. Hierbij zijn 3 verdachte objecten gemeten. Tijdens het benaderen bleek één van de objecten een soort cilinder, waarvan de herkomst en de identiteit onbekend was.
Gezien de vorm en constructie dachten we aanvankelijk dat het een soort drukcilinder moest zijn en gezien de historie van het onderzoeksgebied misschien wel afkomstig uit een vliegtuig. Zoals ook het geval is bij identificatie van munitie, zijn uiterlijke kenmerken zoals vorm en de aanwezigheid van merktekens vaak cruciale informatie om de herkomst, het land, het doel en het gebruik van een gevonden object te achterhalen. Dit bleek ook het geval bij de gevonden cilinder, daar er diverse merktekens aan de bovenzijde werden aangetroffen. Na het rondsturen van beschikbare informatie en foto’s, en door zelf op onderzoek uit te gaan, kwam uiteindelijk de identiteit van het gevonden object aan het licht.
Zuurstofcilinder van een Engels vliegtuig
Het gaat om een zuurstofcilinder die tijdens de Tweede Wereldoorlog in verschillende type vliegtuigen werd gebruikt. De bekendste types zijn de jachtvliegtuigen Hawker Hurricane en de Spitfire. Sommige bronnen gaven aan dat een soortgelijke zuurstofcilinder ook in een Wellington bommenwerper werd gebruikt. In deze bommenwerper, met zeskoppige bemanning, zaten een reeks van dit type zuurstofcilinders aan elkaar gekoppeld. De zuurstofcilinder moest de piloot/bemanning via een oxgen regulator voorzien van extra zuurstof als er op grote hoogtes werd gevlogen. De cilinder was in de standaarduitvoering van de Spitfire en Hurricane achter de stoel van de piloot bevestigd. In de cockpit kon de piloot de hoeveel zuurstof zelf regelen middels de regulator. Bij het navragen en uitzoeken van de cilinder kwam natuurlijk ook de vraag of we aan de hand van de gevonden merktekens konden achterhalen uit welk vliegtuig de cilinder afkomstig was. Helaas bleek dat niet mogelijk: de nummers zijn niet gerelateerd aan een vliegtuig.


Hoe de zuurstoftank op die grote diepte terecht is gekomen binnen het onderzoeksgebied is nog de grote vraag. Waar is de rest van het vliegtuig gebleven? In ieder geval is wel duidelijk dat detectieresultaten uitwijzen dat er binnen het onderzoeksgebied geen enkele aanwijzing is dat het daar nog in de grond zit. Ook zijn er geen andere restanten van het vliegtuig aangetroffen. Het onderzoeksgebied is dan ook vrijgegeven van explosieven. In de omgeving van Hellevoetsluis is volgens de Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945 een aantal vliegtuigen gecrasht, maar er wordt geen melding gemaakt van een neergestorte Hurricane of Spitfire. In de nacht van 11 op 12 juni 1942 stortte wel een Wellington bommenwerper neer op een zandbank bij Hellevoetsluis, nadat het door afweergeschut uit de lucht was geschoten. Vijf bemanningsleden werden door de Duitsers gevangen genomen, één wist er te ontsnappen. Is de aangetroffen cilinder dan toch van deze bommenwerper afkomstig?
Integrale expertise IDDS bij bergen van vliegtuigwrakken
In heel Nederland liggen er naar schatting nog zo’n dertig tot vijftig vliegtuigwrakken. Bij het bergen van een vliegtuigwrak dient niet alleen rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten, zoals boord- en afwerpmunitie, maar ook met milieuschadelijke stoffen, asbest en de stoffelijke resten van de gesneuvelde bemanning. Vanwege de integrale expertise van IDDS, met haar grote kracht in het samenspel van maar liefst 10 kennisgebieden waaronder explosieven, milieu, bodem, asbest en archeologie, beschikt IDDS over de deskundigheid om een berging vanaf het voortraject tot aan de uitvoering in goede banen te leiden. Klik hier om meer te weten te komen over vliegtuigbergingen.
Bron uitgelichte afbeelding: Nationaal Archief.


