Onlangs voerde IDDS een bouwhistorische verkenning uit naar de vervallen stal aan de Zegwaartseweg 96 in Zoetermeer, die bekend staat onder de naam “De Leeuwenhoeve”. De Zegwaartse Vaart en de Zegwaartseweg in Zoetermeer ontstonden bij de middeleeuwse veenontginningscampagnes, waarna langs de vaart de eerste ontginningsboerderijen in dit gebied verrezen.
Bebouwing van de polder
Door de vervening daalde het grondpeil, waardoor ten noorden en ten oosten van de weg en de waterloop daarlangs waterplassen ontstonden. De zuidelijke plas werd uiteindelijk in 1701 ingepolderd, het drooggemalen gebied werd de Binnenwegse Polder genoemd. Het noordelijke watergebied werd in 1763 ingepolderd. Sindsdien was bebouwing in het gebied mogelijk. Op zeventiende-eeuws kaartmateriaal (1615 en 1635) is het gebied in ieder geval nog onbebouwd. Met de naam van de polder, Palensteijnen Polder, werd gerefereerd aan de versterkte woning die ridder Willem van Egmond tussen 1370 en 1398 liet bouwen aan de Dorpsstraat van Zoetermeer.
Stal aan de Zegwaartseweg – De Leeuwenhoeve
Uit het bouwhistorisch onderzoek kwam naar voren dat de stal in negentiende eeuw tot stand kwam, bij een ingrijpende verbouwing van de boerderij die hier (kort) na 1763 werd opgetrokken. Bij deze bouwcampagne werd de originele houten stal in steen vernieuwd en een nieuwe woning opgetrokken. Deze woning werd in de jaren ’70 van de twintigste eeuw gesloopt. Delen van de houtconstructie waarmee de stal in de achttiende eeuw werd gebouwd, bleken bij de negentiende-eeuwse verbouwing behouden te zijn gebleven. Andere delen werden bij de verbouwing hergebruikt; boeren gooien namelijk zelden iets weg dat nog gebruikt kan worden!
Een detailopname van de achttiende-eeuwse draagconstructie die bij de verbouwing in de negentiende eeuw deels bewaard bleef.


